a. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patient, b. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patient, c. de patient heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens vooruitzichten, d. met de patient tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was, e. ten minste een andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patient heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen a tot en met d, en f. de levensbeeindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd.